Waarom de voormalig eindverantwoordelijke van ING tóch nog voor de rechter moet verschijnen - Blue Legal

Waarom de voormalig eindverantwoordelijke van ING tóch nog voor de rechter moet verschijnen

Gedurende zes jaar heeft ING zich schuldig gemaakt aan overtreding van een aantal bepalingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft). Het bleef niet bij een enkele keer. ING maakte een gewoonte van het overtreden van deze wet en heeft zich tevens schuldig gemaakt aan schuldwitwassen. Dat volgde uit een strafrechtelijk onderzoek dat het Openbaar Ministerie in 2016 heeft uitgevoerd. De voormalig voorzitter van de raad van bestuur van de ING wist hiervan. Desondanks besloot het Openbaar Ministerie hem niet te vervolgen ter zake van feitelijk leidinggeven aan strafbare feiten. Het Hof Den Haag heeft op 12 december toch vervolging gelast van deze oud-topman van de ING.

 

Tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie om de voormalig voorzitter niet te vervolgen, is een zogenaamde artikel 12-procedure opgestart. Dat is een beklagprocedure waarin geklaagd kan worden over een beslissing van het Openbaar Ministerie om niet te vervolgen. Het Hof Den Haag heeft deze klacht gegrond verklaard en daarmee gelast dat vervolging toch doorgang zal vinden.

 

Vervolging zal plaatsvinden vanwege feitelijk leidinggeven aan de geconstateerde strafbare gedragingen door ING. De strafbare gedragingen volgen uit het onderzoek van het Openbaar Ministerie. Niet alleen een rechtspersoon, maar ook een bestuurder kan namelijk voor de rechter gesleept worden voor strafbare feiten die door de rechtspersoon zijn gepleegd. Dat kan wanneer een bestuurder feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedragingen van de rechtspersoon. Van feitelijk leidinggeven kan sprake zijn wanneer een functionaris maatregelen ter voorkoming van verboden gedragingen achterwege laat en bewust de kans aanvaardt dat de verboden gedragingen zich zullen voordoen. Belangrijk is wel dat de betreffende functionaris bevoegd en daarnaast ook gehouden was om dergelijke maatregelen te treffen. Volgens het Hof zijn er voldoende aanknopingspunten voor een succesvolle vervolging van deze voormalige bestuurder als feitelijk leidinggever.

Volgens het Hof gaat het in deze zaak om buitengewoon ernstige feiten. Als voorman van de ING droeg de bestuurder in kwestie een grote verantwoordelijkheid, namelijk die voor de betrouwbaarheid van ons financiële stelsel. Banken moeten de maatschappij ervoor behoeden dat het financiële systeem wordt misbruikt om geld wit te wassen of terrorisme te financieren. Van ING mocht dus worden verwacht dat zij maatschappelijk verantwoord onderneemt en integriteit hoog in het vaandel heeft.

Met dit arrest lijkt het Hof uit te gaan van een min of meer symbolische functie van de vervolging.

Het Hof stelt namelijk dat de samenleving erbij gebaat is om in geval van ernstige misrijven de onderliggende norm bevestigd te zien door zichtbaar optreden van de overheid tegen deze misdrijven. De burger moet zo zien dat ook dergelijk handelen niet door de overheid wordt geaccepteerd. Aansprakelijkheid van bestuurders zal veelal plaatsvinden op privaatrechtelijke gronden, hoewel strafrechtelijke aansprakelijkheid dus niet is uitgesloten. Welke andere, privaatrechtelijke, gronden er nog meer zijn, behandelen wij in onze aankomende blogserie over bestuurdersaansprakelijkheid.

Meer weten? Advies nodig? Neem contact op!

Dit was slechts een deel van wat wij u kunnen vertellen. Meer weten?
Wij antwoorden graag, neem vrijblijvend contact op!

Blog reactie

"*" geeft vereiste velden aan

Volledige naam*

Chat
1
Heeft u zakelijke vragen? Neem contact met ons op.