In artikel 7:224 van het BW is bepaald dat een huurder het gehuurde aan het einde van de huur terug moet geven aan de verhuurder. Maar wat nu als het gehuurde aan het einde van de rit verschilt van de beginsituatie?
In het ideale geval is aan het begin van een huurperiode een opnamestaat gemaakt, voorzien van beschrijving en foto’s. In dit geval geldt eenvoudigweg dat het gehuurde in exact die staat dient te worden opgeleverd. Als enige uitzondering op die regel gelden de wijzigingen die in overleg en met toestemming van de verhuurder zijn aangelegd (en waarbij is bepaald dat deze wijzigingen bij het einde van de huur niet hoeven te worden teruggedraaid).
Maar wat nu als de huurovereenkomst niets vermeld, of enkel dat het gehuurde in goede staat wordt opgeleverd? In zo’n geval rust op de verhuurder de zware -en veelal onmogelijke- taak te bewijzen dat het gehuurde niet is opgeleverd zoals het bij aanvang van de huur is ontvangen. De enig zinvolle raad die dan ook kan worden gegeven is: maak altijd bij aanvang van de huur een opnamestaat op, voorzien van beschrijvingen van de concrete situatie en foto’s.
Tegen het einde van de huur is het vervolgens zinvol gezamenlijk een voorinspectie te houden. In het kader van de voorinspectie kunnen vervolgens afspraken worden gemaakt over wat en op welke termijn hersteld dient te worden. Levert de huurder het gehuurde niet correct op? In dat geval is de verhuurder gerechtigd om de geconstateerde gebreken zelf te laten herstellen op kosten van de huurder. Ook overige schade, zoals bijvoorbeeld gederfde huur doordat het gehuurde niet meteen aan een derde kan worden doorverhuurd kunnen in dat geval op de vertrokken huurder worden verhaald.
Een huurder is overigens direct in verzuim indien hij het gehuurde bij einde van de huurovereenkomst niet correct oplevert omdat de einddatum van de huurovereenkomst als fatale termijn voor de oplevering geldt. Een ingebrekestelling is dan ook niet vereist en de verhuurder kan meteen zijn schade op de ex-huurder verhalen.
Ten slotte geldt dat u als verhuurder door de huurder (zonder overleg) aangebrachte verbeteringen mag, maar niet moet accepteren. Accepteert u de verbeteringen niet, zal de huurder ze moeten verwijderen. Accepteert u ze wel, bent u daarvoor enkel een vergoeding verschuldigd als u dat met de huurder overeenkomt, anders niet.
Meer weten? Advies nodig? Neem contact op!
Dit was slechts een deel van wat wij u kunnen vertellen. Meer weten?
Wij antwoorden graag, neem vrijblijvend contact op!
Blog reactie
"*" geeft vereiste velden aan