Op 3 juni heeft minister Dekker van Rechtsbescherming een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel wordt al jaren aangemoedigd door verschillende ondernemersorganisaties. Het ziet namelijk toe op de afschaffing van het verpandingsverbod dat verankerd ligt in het tweede lid van artikel 3:83 BW.
Volgens de minister is het tegenwoordig het gebruik bij grote ondernemingen om hun leveranciers en andere crediteuren te verbieden om hun vorderingen te verpanden. Dit zorgt ervoor dat die crediteuren de vorderingen niet als zekerheid voor een lening kunnen gebruiken. Dit beperkt de mogelijkheden voor investeringen en innovaties bij het MKB. Wanneer de schuldeisers de vorderingen wél zouden mogen verpanden aan de bank voor extra krediet, zou dit dus de economie kunnen stimuleren. Volgens de NVB en de FAAN zou het gaan om zo’n 1 miljard euro extra kredietruimte die dan vrij komt voor het MKB.
Voornamelijk in de bouw- en retailsector wordt op grote schaal door bedrijven gebruik gemaakt van het verpandingsverbod. Deze grote ondernemingen willen zo voorkomen dat onbekende crediteuren zich bij hun melden met vorderingen. Minister Dekker heeft hier daarom in het wetsvoorstel rekening mee gehouden. Schuldeisers moeten dan namelijk aan de schuldenaar melden aan wie ze de vordering verpanden. Zo wordt alsnog voorkomen dat onbekende crediteuren zich zullen melden.
Zeker in deze tijden met veel corona-maatregelen die zwaar wegen op de MKB, is het een effectieve manier om deze bedrijven extra krediet te geven en zo veel van hun liquiditeitsproblemen op te lossen. Daarnaast is dit verbod in een aantal omringende landen al afschaft en kan het onze concurrentiepositie schaden als we niet volgen. De Tweede Kamer zal de komende periode het wetsvoorstel behandelen.
Meer weten? Advies nodig? Neem contact op!
Dit was slechts een deel van wat wij u kunnen vertellen. Meer weten?
Wij antwoorden graag, neem vrijblijvend contact op!
Blog reactie
"*" geeft vereiste velden aan