Recent viel mijn oog op twee bijzondere publicaties die beide betrekking hebben op de omgangsvormen tussen een advocaat/gemachtigde en de rechtbank. Het eerste gaat over het afraffelen en schofferen door raadsheren van het Gerechtshof in Den Haag waarin niet alleen de inhoudelijke toets van raadsheren in een raadkamerprocedure of pro forma zitting bekritiseerd wordt, maar vooral ook om de bejegening van de raadsheren naar de advocaten https://www.mr-online.nl/afraffelen-en-schofferen-hof-den-haag-onder-vuur/. Er wordt gesteld dat sommige raadsheren een ‘bejegeningsprobleem’ hebben en advocaten het gevoel hebben in een toneelstukje terecht te zijn gekomen. Bovendien werd gesteld dat de bejegening van de raadheren in Den Haag veel negatiever werd ervaren dan bij andere hoven. Het Gerechtshof startte een onderzoek.
Vlak daarvoor was er net een artikel verschenen dat de rechtbank een scheldende gemachtigde wilde weren. Die gemachtigde ging zich regelmatig te buiten aan scheldpartijen en intimidaties en gebruikte ongewenst taalgebruik in de processtukken en in zijn pleidooien. En omdat het bestuursrecht niet de mogelijkheid geeft om een gemachtigde voor een bepaalde periode (dus niet slechts in 1 zaak) uit te sluiten van de rechtsgang, werd daarover een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voorgelegd. https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Gelderland/Nieuws/Paginas/Rechtbank-stelt-prejudiciele-vragen-aan-de-Hoge-Raad-over-het-weigeren-van-een-gemachtigde.aspx.
Deze artikelen hebben mij echt verbaasd. Een partij die onderdeel is van een procedure mag deskundigheid verwachten van zowel de rechtbank en zijn advocaat/gemachtigde zowel op de inhoud als op de wijze van communiceren. Een goede communicatie in woord en geschrift kan partijen onder leiding van een deskundige rechtbank nader tot elkaar brengen. Regelmatig wordt hierdoor terplekke in de rechtbank alsnog een minnelijke regeling bereikt doordat de rechter een richting aangeeft ofwel advocaten in staat zijn partijen naar elkaar toe te laten bewegen. En soms gaat een partij naar huis met een goed gemotiveerd maar veroordelend vonnis en met daarbij het gevoel dat er naar hem is geluisterd.
Als advocaat handel je regelmatig op het scherpst van de snede. Ook ga je in het belang van de cliënt discussies aan waarbij er voor de cliënt wordt gestreden op de voor de cliënt belangrijke issues. Maar wanneer daarbij morele betamelijkheidsregels dreigen te worden overtreden zal elke zichzelf respecterende advocaat op de rem moeten trappen. Zelden is een dergelijke houding in het belang van de cliënt en dat laatste is onze eerste prioriteit.
C’est le ton qui fait la musique wordt vaak gezegd en niets is minder waar. Laten we hopen dat het nadere onderzoek van het Gerechtshof Den Haag in de eerste kwestie en de prejudiciële vraag aan de Hoge Raad in de tweede kwestie voor verbetering van het professionele klimaat zullen zorgen. Moraal en fatsoen in de rechtszaal
Meer weten? Advies nodig? Neem contact op!
Dit was slechts een deel van wat wij u kunnen vertellen. Meer weten?
Wij antwoorden graag, neem vrijblijvend contact op!
Blog reactie
"*" geeft vereiste velden aan