Aan de slag met een Europese Ondernemingsraad: zo richt u een ‘bijzondere onderhandelingsgroep’ op.
In onze blogreeks over medezeggenschap hebben we veel aandacht besteed aan de medezeggenschapsrechten van de ondernemingsraad. Multinationals met meer dan 1000 werknemers, die vanuit Nederland opereren in meerdere landen van de Europese Unie, krijgen echter te maken met nog een ander medezeggenschapsorgaan: de Europese ondernemingsraad (EOR). Multinationals moeten een EOR oprichten wanneer zij ten minste 1000 werknemers hebben en een vestiging hebben met meer dan 150 werknemers in minimaal twee EU-lidstaten.
De regels voor het instellen van een EOR zijn vastgelegd in de Europese richtlijn inzake de Europese ondernemingsraden (afgekort). In Nederland zijn de regels uit de richtlijn opgenomen in de Wet op de Europese ondernemingsraden (WEOR). Daaruit vloeit een aantal verplichtingen voort. Eén van die verplichtingen is dat, wanneer ten minste 100 werknemers uit ten minste twee ondernemingen of vestigingen in ten minste twee betrokken Europese staten daarom verzoeken, het hoofdbestuur een bijzondere onderhandelingsgroep (BOG) opricht. De bedoeling van de BOG is dat het hoofdbestuur met de BOG in onderhandeling kan treden over een overeenkomst tot instelling van een EOR. Een onderneming kan ook op eigen initiatief een BOG oprichten. Het centraal management moet, na het oprichten van de BOG, ten minste één vergadering met de BOG houden om te onderhandelen over het sluiten van een EOR-overeenkomst.
De samenstelling van de bijzondere onderhandelingsgroep wordt geregeld in art. 9 van de Wet op de Europese ondernemingsraden (WEOR). De WEOR geeft geen gedetailleerde voorschriften over de samenstelling van de BOG. De belangrijkste regel is dat de BOG de werknemers uit de verschillende betrokken staten op evenredige wijze vertegenwoordigt. Dat betekent dat het aantal leden vanuit elke staat van de BOG afhankelijk is van het percentage werknemers in die betrokken staat in verhouding tot het totale aantal werknemers dat bij de gehele onderneming werkzaam is.
Elk lid van de EOR wordt gekozen of aangewezen volgens het recht van de betrokken staat waarin hij werkzaam is. De hoofdregel in Nederland is dat het hoogste medezeggenschapsorgaan binnen de vestiging de leden aanwijst. Dat betekent dat wanneer er een centrale ondernemingsraad is, de centrale ondernemingsraad de leden aanwijst. Als er geen centrale ondernemingsraad is maar wel een groepsondernemingsraad, dan wijst de groepsondernemingsraad de leden aan. Slechts wanneer er geen enkele ondernemingsraad is ingesteld, worden de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep gekozen door de gezamenlijke in Nederland werkzame werknemers van de onderneming.
De richtlijn en de wet stellen geen beperkingen aan de mogelijkheid om personen als lid van de BOG aan te wijzen of, als er geen ondernemingsraad is, te verkiezen. De WEOR stelt dus geen enkele voorwaarde aan het lidmaatschap van de BOG. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld ook personen van buiten de onderneming, zoals vakbondsfunctionarissen, worden benoemd tot BOG-lid.
Meer weten? Advies nodig? Neem contact op!
Dit was slechts een deel van wat wij u kunnen vertellen. Meer weten?
Wij antwoorden graag, neem vrijblijvend contact op!
Blog reactie
"*" geeft vereiste velden aan